Janice McNab, Double page spread, The Agency, London (2006)

Janice McNab, Double page spread, The Agency, London (2006)

THE PHILOSOPHER’S RIDGE, BY PETRA HECK (2006)

De Schotse schilder Janice McNab (1964), woonachtig en werkend in Amsterdam, omschrijft haar schilderijenseries als projecten. Zo deed ze een project over drijftanks, The Tank Paintings (2004), waar de rust en verlichting die deze luxeproducten zouden moeten creëren een gevoel van kilheid en banaliteit oproepen. Ook schilderde ze een serie verlaten vliegtuigstoelen. Door de stoelen veel te dicht op elkaar te schilderen, snijdt McNab hedendaagse onderwerpen aan die wringen. Geen plek op de wereld is onbereikbaar, maar hiervoor zit je met veel passagiers en slecht voedsel urenlang opgesloten in een kleine ruimte. De vrij recente Chocolate Box Paintings (2005) refereren aan verslavend consumeren en romantische landschappen, terwijl ze tegelijkertijd aan sciencefictionachtige omgevingen doen denken. McNab gebruikt in haar werk veel vanzelfsprekende elementen uit het dagelijks leven en verwerkt deze in haar schilderijen tot bekend aandoende, maar totaal vervreemdende beelden.

Tijdens een atelierbezoek laat Janice Mc Nab mij allereerst een nieuwe serie van vijf werken op papier zien. Een witte rand en de lijst maken duidelijk dat deze werken als snapshotachtige beelden bedoeld zijn en verraden zo de herkomst van de beelden. De foto’s zijn door McNab zelf gemaakt. Ze heeft de werken het witte kader gegeven om zo een filter in te bouwen, een noodzakelijke afstand tot het thema en de plek. Alsof de schilder er nooit geweest zou zijn.

Op de eerste schildering Philosopher’s Ridge (2006) is een scène van grote afstand zichtbaar: een groepje mensen kijkt naar een krater. De titel verwijst naar de naam van een wandeling die je kunt ondernemen op de vulkaan Etna. Het verhaal gaat dat een wijsgeer, ‘Pliny de Oude’ in de kokende krater dook om er op tragische wijze achter te komen dat hij niet kon vliegen. Het werk laat abstracte patronen van rook of wolken zien, met kleine mensfiguren die op grote afstand veilig vanaf het pad de diepte inkijken.

Andere werken op papier tonen scènes van dichtbij. We kijken in het donker op de rug van enkele mensen mee naar een lichtbron. We kunnen niet goed zien wat zich daar afspeelt. Is het een onschuldig uitziende, natuurlijke vulkaanuitbarsting, oliebrand, bombardement, of misschien een religieus visioen? Sommige aanwezigen hebben duidelijk helmen op, maar zijn het oliewerkmannen, militairen of toeristen?

In de tentoonstelling zijn ook vier grote schilderijen op MDF te zien. Twee hiervan tonen rook, veel rook. Wat duidelijk anders is in deze schilderijen, is de hogere mate van abstrahering. Over de scène is absoluut geen overzicht meer te krijgen, er is geen achtergrond zichtbaar en geen horizon te bekennen. Op dat moment valt de schuine vouw in het midden op, alsof het beeld uit een boek gekomen is. McNab heeft voor het werk een over twee pagina’s verdeelde afbeelding uit een boek gefotografeerd en vervolgens geschilderd. Doordat de actie hier letterlijk dichterbij komt is verwijdering van het drama noodzakelijk. McNab heeft daarom een extra medium, het boek, als filter ingebouwd. Zoals in veel van haar werk wordt de beschouwer hier ondanks het realistische karakter van de schilderijen voortdurend gewezen op het fictieve aspect van het geschilderde oppervlak.

Het tweede schilderij, Centrefold, laat de middelste pagina’s van een tijdschrift zien, met de afbeelding van een enorme explosie. Er zit een vreemde, dubbele laag in dit schilderij, alsof de centrefold ook nog eens een verwarrende rorschach-ervaring in zich heeft. Dit in psychologische tests veel gebruikte, spiegelende motief wordt door McNab niet ingezet om betekenis te kunnen leggen in iets onbekends, maar om abstractie en distantie toe te kennen aan iets overbekends en om de representatie van de beelden ter discussie te stellen.

De laatste twee schilderijen in de tentoonstelling roepen juist geen directe associaties met actie op, ze laten een abstract patroon van het dak van een kas en twee felle koplampen in het pikkedonker zien. Tegelijkertijd hebben deze schijnbaar niet direct verband houdende werken erg veel met de andere te maken. Het motief laat je niet toe iets te kunnen zien: de koplampen verblinden je zicht en het felle, in het glas reflecterende licht maakt elk uitzicht onmogelijk. Wat de werken in deze tentoonstelling en de andere werken van de schilder bindt is de spanning tussen laten zien en bedekken, tussen zichtbaarheid en onzichtbaarheid. McNab’s schilderijen maken de toeschouwer bewust van de manieren waarop zaken of acties gezien en getoond worden en dwingen ons over de representatie van beelden en vormen na te denken.